In iedere module van Maakkunde staat een probleem centraal, waarmee de klas aan de slag gaat. De probleemstelling voor module 1-4 van Inhoudsmaten is als volgt.
Van een klas (groep 1/2) zijn alle zandvormpjes kapot of kwijt. Kan elke leerling een zandvorm maken voor de klas?
Tijdsduur
2 uur en 45 minuten
Kerndoelen
1, 2, 3, 12, 23, 32, 33, 42, 44, 45, 55
Leerdoelen
Naast de algemene leerdoelen van de Maakkunde lesmethode die van toepassing zijn op iedere module, vind je hier de leerdoelen van de module Inhoudsmaten.
De leerlingen:
– passen de ontwerpcyclus toe bij het maken van een zandvorm;
– passen de onderzoekscyclus toe bij het onderzoeken van inhoud;
– weten dat inhoud is hoeveel er van iets, ergens in zit. Een volle beker zand heeft meer inhoud dan een halfvolle beker zand;
– ervaren dat de breedte van de beker en de hoogte van het zand samen bepalen wat de inhoud van een beker is;
– ervaren dat voorwerpen van verschillende vormen een andere inhoud hebben;
– gebruiken de begrippen die betrekking hebben op inhoudsmaten;
– weten dat er verschillende manieren zijn om een probleem op te lossen.
Aansluiting bij taal
De leerlingen:
– formuleren vragen;
– verwoorden hun eigen ervaringen;
– beargumenteren hun ontwerpkeuzes;
– presenteren hun product;
– gebruiken de volgende begrippen:
• vol
• leeg
• halfvol
• inhoud
• meer
• minder
• meeste
• hoogte
• breedte
• smal
• breed
• lager
• hoger
– Optioneel voor differentiatie:
• milliliter
• liter
Aansluiting bij rekenen
De leerlingen:
– kennen en gebruiken de begrippen hoogte en breedte;
– kunnen inhouden vergelijken en meten in termen van meer/minder, vol/leeg, hoger/lager;
– krijgen inzicht in het concept inhoud.
– Optioneel voor differentiatie: de leerlingen meten
de hoeveelheid zand in milliliters.
Werk je voor het eerst met Maakkunde? Dan kun je ervoor kiezen om eerst de introductieles te doen.
Eerst eens een W&T activiteit uitproberen in het thema Inhoudsmaten? Kies voor de korte activiteit.
In iedere module van Maakkunde staat een probleem centraal, waarmee de klas aan de slag gaat. De probleemstelling voor module 5-8 van Inhoudsmaten is als volgt.
De klas is op schoolreisje en een van de klasgenoten heeft astma. Ze heeft een apparaat mee om te meten hoeveel lucht ze uitademt. Hiermee kan ze checken of haar medicatie klopt. Dit apparaat is kapot. Kunnen de leerlingen een vervangend meetinstrument maken dat meet hoeveel lucht er wordt uitgeademd na één diepe inademing?
Tijdsduur
4 uur
Kerndoelen
1, 2, 3, 5, 8, 12, 23, 28, 32, 33, 41, 42, 44, 45, 55
Leerdoelen
Naast de algemene leerdoelen van de Maakkunde lesmethode die van toepassing zijn op iedere module, vind je hier de leerdoelen van de module Inhoudsmaten.
De leerlingen:
– passen de ontwerpcyclus toe bij het maken van een functionerend meetinstrument;
– passen de onderzoekscyclus toe bij het onderzoek naar volume;
– kennen de werking van het ademhalingsstelsel;
– ervaren dat een vernauwing van de luchtwegen leidt tot moeizamer ademhalen;
– kennen de volgende definiëring van het begrip volume: volume is de ruimte die een stof inneemt;
– weten dat lucht volume heeft;
– weten hoe je het volume van een vloeistof en een vaste stof kunt meten;
– begrijpen het passend gebruik van meetinstrumenten: bij het afmeten van 10 milliliter is een meetinstrument dat tot max. 50 milliliter meet, preciezer dan een meetinstrument dat tot max. 500 milliliter meet.
Aansluiting bij taal
De leerlingen:
– formuleren vragen;
– verwoorden hun eigen ervaringen;
– beargumenteren hun ontwerpkeuzes;
– presenteren hun product;
– maken een gebruiksaanwijzing voor hun meetinstrument;
– gebruiken de volgende begrippen:
• volume, inhoud
• milliliter, liter
• vloeistof, vaste stof
• inademen, uitademen
• borstkas, middenrif, ribben
• longen, luchtwegen
• meetinstrument, meeteenheid
• onregelmatig
• waterniveau
Aansluiting bij rekenen
De leerlingen:
– kennen en gebruiken de begrippen inhoud, volume, milliliter, liter;
– meten volume in milliliters;
– analyseren en vergelijken hun meetresultaten;
– schatten het volume van de uitgeademde lucht en schatten hoeveel ruimte die inneemt voordat ze het gaan meten;
– rekenen het gemiddelde van de metingen uit.
– Optioneel voor differentiatie: de leerlingen kennen de formule lengte x hoogte x breedte om het volume van een regelmatige vorm uit te rekenen en kubieke centimeter (cm3) om deze in uit te drukken.
Werk je voor het eerst met Maakkunde? Dan kun je ervoor kiezen om eerst de introductieles te doen.
Eerst eens een W&T activiteit uitproberen in het thema Inhoudsmaten? Kies voor de korte activiteit.