< Thema's

Geluid

Maak een drumstel

In iedere module van Maakkunde staat een probleem centraal, waarmee de klas aan de slag gaat. De probleemstelling voor module 1-4 van Geluid is als volgt.

Binnenkort is er open podium, waar de leerlingen gevraagd zijn te komen met een uniek orkest. We hebben hiervoor nog geen muziekinstrumenten. Kunnen de leerlingen hiervoor een nieuw soort drumstel ontwerpen, maken, testen en verbeteren met een eigen geluid?

Tijdsduur
2 uur en 50 minuten

Kerndoelen
1, 2, 3, 12, 42, 44, 45, 54, 55

Leerdoelen
Naast de algemene leerdoelen van de Maakkunde lesmethode die van toepassing zijn op iedere module, vind je hier de leerdoelen van de module Geluid:

  • De leerlingen passen de ontwerpcyclus toe bij het maken van een drumstel.
  • Ze doorlopen de onderzoekscyclus bij het onderzoeken van geluid.
  • Ze gebruiken de begrippen die betrekking hebben op geluid.
  • Ze kennen de volgende onderdelen van een trommel: klankkast en vel.
  • Ze ervaren de volgende eigenschappen van geluid: geluid kun je horen en voelen; geluid is een trilling; een grote klankkast produceert een hard geluid en een kleine klankkast een zacht geluid; een grote klankkast produceert een laag geluid en een kleine klankkast een hoog geluid.
  • Ze weten dat er verschillende manieren zijn om een drumstel te maken dat aan de gestelde criteria voldoet.

Aansluiting bij taal

  • De leerlingen formuleren vragen.
  • Ze verwoorden hun eigen ervaringen.
  • Ze beargumenteren hun ontwerpkeuzes.
  • Ze presenteren hun product.
  • Ze gebruiken de volgende begrippen: geluid, trilling, hard, harder, hardst, zacht, zachter, zachtst, hoog, hoger, hoogst, laag, lager, laagst, volume, toonhoogte, klankkast, slaginstrument, trommel, drumstel, vel, gespannen.

Aansluiting bij rekenen

  • De leerlingen vergelijken en ordenen geluiden in termen van groot/klein, hoog/laag en hard/zacht.

Digibordlessen

Werk je voor het eerst met Maakkunde? Dan kun je ervoor kiezen om eerst de introductieles te doen.


Uitgelichte onderdelen

Draai aan de knoppen. Wat hoor je?
Met deze interactieve speaker uit les 1 ontdek je met de leerlingen verschillen in toonhoogte en volume.
Het probleem
Gebruik deze illustratie om het probleem in les 1 te bespreken.
Hoe span je een ballon over een blik?
Maak gebruik van deze instructievideo uit les 2 om de leerlingen op weg te helpen bij het spannen van een ballon over een blik. We geven hierbij handige tips.
Sla op de trommels!
Onderzoek in les 2 met de leerlingen verschillen in klankkleur. Wissel bij deze interactieve trommels van materiaal en grootte van de klankkast.

Korte activiteiten

Eerst eens een W&T activiteit uitproberen in het thema Geluid? Kies voor de korte activiteit.

Maak een snaarinstrument

In iedere module van Maakkunde staat een probleem centraal, waarmee de klas aan de slag gaat. De probleemstelling voor module 5-8 van Geluid is als volgt.

Binnenkort is er een open podium, waar de leerlingen gevraagd zijn te komen met een uniek orkest. Kunnen de leerlingen hiervoor een nieuw soort snaarinstrument ontwerpen, maken, testen en verbeteren, met een eigen geluid?

De leerlingen onderzoeken de eigenschappen van geluid door het doen van verschillende experimenten. Ze ervaren dat geluid een trilling is en dat geluid een medium nodig heeft om zich voort te bewegen. Ook ontdekken ze het verschil tussen grote/kleine en snelle/langzame trillingen. Daarna ontwerpen en maken de leerlingen een snaarinstrument.

Tijdsduur
3 uur 

Kerndoelen
1, 2, 3, 12, 42, 44, 45, 54, 55

Leerdoelen

Naast de algemene leerdoelen van de Maakkunde lesmethode die van toepassing zijn op iedere module, vind je hier de leerdoelen van de module Geluid:

  • De leerlingen passen de ontwerpcyclus toe bij het maken van een drumstel.
  • Ze doorlopen de onderzoekscyclus bij het onderzoeken van geluid.
  • Ze gebruiken de begrippen die betrekking hebben op geluid.
  • Ze kennen de volgende onderdelen van een trommel: klankkast en vel.
  • Ze ervaren de volgende eigenschappen van geluid: geluid kun je horen en voelen; geluid is een trilling; een grote klankkast produceert een hard geluid en een kleine klankkast een zacht geluid; een grote klankkast produceert een laag geluid en een kleine klankkast een hoog geluid.
  • Ze weten dat er verschillende manieren zijn om een drumstel te maken dat aan de gestelde criteria voldoet.

Aansluiting bij taal

  • De leerlingen formuleren vragen.
  • Ze verwoorden hun eigen ervaringen.
  • Ze beargumenteren hun ontwerpkeuzes.
  • Ze presenteren hun product.
  • Ze gebruiken de volgende begrippen: geluid, trilling, hard, harder, hardst, zacht, zachter, zachtst, hoog, hoger, hoogst, laag, lager, laagst, volume, toonhoogte, klankkast, slaginstrument, trommel, drumstel, vel, gespannen.

Aansluiting bij rekenen

  • De leerlingen vergelijken en ordenen geluiden in termen van groot/klein, hoog/laag en hard/zacht.

Uitgelichte onderdelen

Het probleem
Gebruik deze illustratie om het probleem in les 1 te bespreken.
Klik op het snaarinstrument en luister naar de verschillen
Ontdek met de leerlingen in les 1 verschillende snaarinstrumenten met ieder haar eigen klankkleur.
Draai aan de knoppen. Wat hoor je?
Met deze interactieve speaker ontdek je in les 2 met de leerlingen verschillen in toonhoogte en volume. Daarbij zie je wat dit met een geluidsgolf doet.
Sla op de verschillende trommels. Hoor je verschil?
Ontdek in les 2 de verschillende klankkleuren bij klankkasten van verschillende materialen.

Korte activiteiten

Eerst eens een W&T activiteit uitproberen in het thema Geluid? Kies voor de korte activiteit.